Terug moeder (moeder terug)



Ze heeft een programma verslavingszorg gevolgd
in de psychiatrische kliniek,
en nu wil ze terug
onze moeder zijn
nadat ze er jarenlang
niet was voor ons.
Ze was een zielige alcoholiste.
Jullie moeder moet een kans krijgen,
zegt de therapeut tegen ons.
Dat heeft ze nu nodig.
Ze heeft jullie nodig.

Emma –mijn jongere zus- kijkt me aan
en zegt:
Joris,
we moeten haar 
een nieuwe kans geven.
Moeten?
denk ik.
Ik moet niets.
Zeker niet na al wat er gebeurd is.

Ik zwijg
en Emma richt zich tot mama.
Ze zegt,
Ja, mam, natuurlijk geven we je een nieuwe kans.
Ze begint te wenen terwijl ze het zegt. 
En mama weent dan ook,
opgelucht.
Emma geeft haar een zakdoekje.
Dan neemt ze er een voor zichzelf.
De therapeut kijkt toe.
Natuurlijk geven we je nog een kans, mam,
zegt Emma snikkend,
Natuurlijk.
terwijl ze de tranen in haar ogen droogt.

Maar ik vind dat niet natuurlijk.

Het lijkt wel of Emma vergeten is
wat er allemaal gebeurd is.

Ik ben het niet vergeten.

Emma,
weet je niet meer
hoe we eens thuis kwamen
van school,
en we vonden haar op
de zetel
met een lege fles
Elixir op het salontafeltje.
Ze had gekotst op de vloer,
op de kussens
en op haar blouse
en toen we haar wilden helpen
schreeuwde ze
dat we weg moesten gaan
en haar met rust moesten laten
en dat wij
de schuld waren
van alles.
Van alles!
gilde ze.
En ik weet wel
dat ze ons verweet
dat papa is vertrokken
en haar heeft achtergelaten.
Dat bedoelde ze denk ik
wanneer ze gilde
dat we de schuld waren van alles.
We gingen buiten
en we beefden
en we waren bang
en we voelden ons schuldig
en jij begon te wenen
en ik troostte je
maar ik weende vanbinnen ook.

Ben je het vergeten, Emma?
Ik niet.

De schaamte die ik voelde
wanneer ze me
weer
naar de nachtwinkel stuurde
voor drank
en de man van de winkel zei
dat hij geen drank
mocht verkopen aan kinderen,
en ik verzekerde hem
dat het voor mijn moeder was.
En hij zei
kan ze dan niet zelf komen
om die drank te kopen?
En ik loog
en zei dat mijn moeder gehandicapt was
en dat ze in een rolstoel zat
en dat het moeilijk was
voor haar om te komen.
Hij zuchtte
en gaf me dan toch die flessen mee,
maar ik schaamde me,
want ik wist
dat hij wist
dat mijn moeder niet gehandicapt was,
en dat ze veel te veel dronk.

Ik denk dat hij medelijden met mij had.

Ik ben het niet vergeten.

Vaak wanneer ik in bed lig
komen die herinneringen terug
en kan ik niet slapen.
En vroeger
kon ik ook vaak niet slapen
want dan was ik bezorgd
over de volgende dag.
Hoe zal het morgen zijn?
Zal er eten zijn?
Zal mama lief zijn,
of weer dronken?
En ook:
Zal mama er morgen zijn,
of zal ze weer verdwenen zijn
wanneer we morgen opstaan.
Want dat gebeurde soms.
Ik weet nog steeds niet
waar mama dan was,
maar soms
stonden we ’s morgens op
en dan was ze weg.
Ik smeerde dan
de boterhammen
voor de brooddoos
en ik zorgde
dat Emma klaar was voor school.
Samen wandelden we dan naar de bushalte.

Ik ben het niet vergeten.

En dan was er mijn verjaardag
toen ik 12 werd.
Mama vroeg me
een paar dagen er voor
wat ik als cadeautje wou.
En ik aarzelde eerst,
maar dan durfde ik het toch zeggen;
Mama,
ik zou als cadeautje willen
dat we die avond na de school
gezellig samen vol-au-vent eten
en dat je dan die dag eens niet drinkt.
Ik zag dat ze schrok,
maar dan zei ze,
Da’s goed,
als je dat als cadeau wil,
dan krijg je dat.
Geen probleem.
Het is goedkoop voor mij.
Maar dan een paar dagen later
was het mijn verjaardag,
en toen we thuis kwamen van school
was ze al dronken
en ze had geen eten gemaakt
en ze was vergeten
dat het mijn verjaardag was.

Ik ben het niet vergeten.

En dan beloofde ze
dat ze zou stoppen met drinken.
Hoe dikwijls heeft ze het beloofd?
Ik kan het niet tellen.
Maar ik weet wel dat ze
telkens opnieuw
begon te drinken.
Eerst in het geniep,
en dan meer openlijk
en als ik er iets van zei
zei ze dat het mijn schuld was
dat ze dronk.

Ik ben het niet vergeten.

En dan was ze weer eens dronken
en ze schold me de huid vol
en ze sloeg me met haar riem
Ik zie nu ook wel
hoe machteloos
en wanhopig
ze was,
maar toen voelde ik vooral
de pijn van die riem
op mijn rug
en mijn armen
en mijn benen.
En ik had me kunnen verzetten,
ik was kwaad genoeg,
maar ik hield me in,
en ik liet haar slagen,
want ik wilde het niet
nog erger maken.
En de volgende ochtend
zat ze met een kop koffie
aan tafel
en deed ze alsof er niets gebeurd was.
En wellicht was ze het gewoon vergeten,
want gisteren avond was ze bezopen,
en deze ochtend was ze nuchter
en ze herinnerde zich er niets meer van.

Ik was het niet vergeten.

En wanneer de therapeut ons dan zegt,
terwijl mijn moeder er bij zit,
dat we haar nog een kans moeten geven,
zeg ik stellig,
Ik moet niets.
Hoe bedoel je? vraagt hij.
Ik moet niets,
herhaal ik.

En hij zwijgt
en kijkt me aan.
Enigszins verbaasd,
maar toch ook niet.
Hij zegt dan,
Inderdaad, je moet niets. 
Het is even stil.
En dan vraagt  hij,
Kan je er eens over vertellen,
Joris,
hoe het voor jou geweest is
de voorbije jaren
toen je moeder zo veel dronk.

Ik aarzel
en ik kijk naar mijn moeder
en hij moedigt me aan
en zegt dat het belangrijk is
voor mijn moeder om te horen
hoe het voor mij is geweest.
Hij richt zich tot mijn moeder
en zegt
Dit is wat we geoefend hebben,
Francine,
dit is de moment waarop je kinderen
je gaan vertellen hoe het voor hen was,
en ze gaan je dingen vertellen
die je niet meer weet
en dat zal zwaar zijn voor jou
want het gaat je confronteren
met de persoon die je was
en die je nu niet meer wil zijn.

Zijn woorden waren een opluchting voor mij.
Ik kreeg ruimte om te vertellen,
en mijn moeder luisterde
en ze huilde
en ze liet me praten
en ze zei niets om zich te verantwoorden
en ze gaf me niet de schuld.
En toen ik uitgepraat was
heb ik geweend,
en ze legde haar hand op mijn knie
en ze zei
Sorry.  1000 keer sorry.
Dat heeft ze nooit eerder gezegd.
En het klonk gemeend,
al weet je het nooit zeker
met mijn moeder.

Toen ik mijn tranen had gedroogd
was het heel stil in de kamer.
Het was een goede stilte.
Zoals de rust in een bos
na een zomer onweer.
Dan zei ik tot de therapeut,
Ik ‘moet’ mijn moeder niet een nieuwe kans geven,
maar ik doe het wel.
Want ik wil mijn moeder terug.
Mama, ik geef je een nieuwe kans,
maar please, drink niet meer.
Want als je nu toch terug begint te drinken
dan is het voor mij gedaan.
Dan kan ik je zoon niet meer zijn.
Ik ben nu 20
en ik kan op mijn eigen benen staan.
Als je terug begint te drinken
ben ik weg
en kijk ik niet meer om.

Mama knikte
en veegde haar tranen weg.
Ze zei
Ik zal nooit meer drinken.
En het klonk gemeend
en ik geloofde haar.

Dat was 8 maanden geleden.
En tot nu toe
heeft ze haar belofte
gehouden.